Welke uitkeringen zijn er?
Mensen die als gevolg van een ziekte of handicap niet in staat zijn om te werken, hebben in veel gevallen recht op een uitkering. Er zijn verschillende soorten uitkeringen en er zijn veel verschillende situaties. Uitkeringen worden betaald door het UWV en op de website van het UWV is dan ook veel informatie te vinden. De meest belangrijke zijn de WW, Wajong, AOW, WIA, bijstand en de WAO. Hoeveel je op dit moment mag bijverdienen verschilt per uitkering. Per uitkering verschilt ook de instantie die aan je uitbetaalt. Zo gaat de AOW via de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en de WW, Wajong, WIA en WAO via het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Beiden zijn overheidsinstanties. De bijstand gaat via de gemeente.
Soorten uitkeringen bij ziekte
Wij kennen in Nederland een aantal uitkeringen bij langdurige ziekte:
- WIA (verdeeld in IVA en WGA)
- WAO (geldig voor 2004)
- WAZ (geldig voor 2004)
- WAJONG
WIA betekent: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. De WIA is onderverdeeld in twee verschillende uitkeringen:
- IVA (Inkomensvoorzieningen Volledig Arbeidsongeschikten)
- WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten).
Je krijgt een WGA als u naar verwachting in de toekomst weer (gedeeltelijk) kunt werken en je krijgt een IVA als u in de toekomst niet of nauwelijks nog zult kunnen werken. De kans op herstel van ziekte of handicap is afwezig of slechts zeer gering.
WAO en WAZ zijn uitkeringen bij langdurige ziekte van vóór 2004. Heb je een dergelijke uitkering dan kun je deze behouden. Heb je in het verleden een WAO- of WAZ-uitkering gehad, dan is het in bepaalde gevallen mogelijk dat je deze uitkering opnieuw krijgt als je gezondheid verslechtert.
Wajong is de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en gericht op jongeren die voor hun achttiende verjaardag of tijdens het studeren een ziekte of handicap hebben. Hierdoor kunnen zij niet meer (volledig) werken. Wat je mag bijverdienen is afhankelijk van wanneer je een Wajong-uitkering hebt aangevraagd. Er zijn drie verschillende regelingen momenteel. Wajongers van na 2010 vallen onder dezelfde regels als mensen met een WIA-uitkering. Voor Wajongers van voor 2010 ligt de situatie anders.
Werkloosheidsuitkering (WW)
Wie zonder baan komt te zitten kan een werkloosheidsuitkering (WW-uitkering) aanvragen. Dat is vooral bedoeld als opvulling als je ineens zonder inkomen komt te zitten in een periode dat je weer gaat solliciteren voor een nieuwe baan. Je mag de eerste twee maanden van je WW-uitkering 75% van je inkomsten aftrekken. Na die twee maanden wordt dat 70%. Wie meer dan 87,5% van het WW-maandloon bijverdient krijgt geen WW-uitkering meer. UWV stelt dat werken moet lonen en dus mag je elk bedrag bijverdienen. Dat moet je wel elke maand doorgeven aan het UWV. Wat je bijverdient wordt gekort op het geld dat je elke maand van het UWV krijgt.
Bijstandsuitkering (WWB)
Mensen die niet in aanmerking komen voor een andere uitkering kunnen zich bij de gemeente aanmelden voor een bijstandsuitkering. Daarmee kan je de periode overbruggen tot je weer werk gevonden hebt. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het uitbetalen van een bijstandsuitkering. Hoeveel je mag bijverdienen verschilt per gemeente.