In de volksmond is iemand arbeidsongeschikt als hij door ziekte niet in staat is te werken. Van arbeidsongeschiktheid in het arbeidsrecht/sociale verzekeringsrecht spreekt men als iemand na 2 jaar ziekte nog steeds niet, of verminderd, kan werken.
Wie bepaalt hoeveel procent arbeidsongeschikt ik ben?
De arts en de arbeidsdeskundige van UWV bepalen je mate van arbeidsongeschiktheid. Dit gebeurt door een sociaal-medische beoordeling. Je krijgt die beoordeling als je na 2 jaar ziekte niet of niet volledig aan het werk kunt.
De UWV-arts beoordeelt jouw arbeidsbeperkingen
Je bespreekt jouw lichamelijke of psychische problemen met de arts van UWV. Hierin wordt o.a. besproken of problemen tijdelijk of blijvend zijn.
De arbeidsdeskundige bepaalt welk soort werk je aankunt
Als de UWV-arts heeft vastgesteld dat je arbeidsbeperkingen hebt, krijg je een gesprek met de arbeidsdeskundige. De arbeidsdeskundige bepaalt welk soort werk je nog kunt doen ondanks de beperkingen en wat dat betekent voor je mate van arbeidsongeschiktheid. Is die minstens 35%, dan heb je mogelijk recht op een uitkering. Als je gezondheid verbetert of verslechtert, kun je een herbeoordeling krijgen. Je kunt deze ook zelf aanvragen. De uitslag van de herbeoordeling kan gevolgen hebben voor je uitkering.