Er zijn verschillende onderzoeken om MS vast te stellen of om het verloop vast te leggen. Om MS vast te stellen wordt er gebruik gemaakt van een MRI scan en een lumbaalpunctie. Mocht de MRI overduidelijk zijn dan is een lumbaalpunctie soms overbodig.
MRI Scan
Met deze techniek kunnen de hersenen en het ruggenmerg in verschillende richtingen worden bekeken. Bij MRI-scan wordt gekeken of er witte vlekken (ontstekingen en/of littekens) zijn, op welke plaatsen ze zitten en of ze bij MS passen. Het uitvoeren van een MRI-scan is een van de voorwaarden voor het stellen van de diagnose MS en speelt een belangrijke rol. Soms wordt een MRI-scan herhaald om eventuele veranderingen aan te tonen. Als de diagnose eenmaal gesteld is, is het gebruikelijk om regelmatig een scan te herhalen. Het onderzoek is niet belastend, maar sommige patiënten vinden het vervelend om in een nauwe ruimte te liggen. Een MRI-scan maakt veel lawaai. Je krijgt hiervoor een koptelefoon op en je kunt vragen om muziek.
Lumbaalpunctie
Soms is het nodig om hersenvocht (liquor) te onderzoeken. Als je MS hebt, kunnen bij dit onderzoek bepaalde eiwitten worden gevonden die de diagnose kunnen bevestigen. Ook kan het nodig zijn om door dit onderzoek andere ziektes uit te sluiten.
Een ruggenprik wordt onder in je rug gedaan. Je moet hierbij op uw linkerzij liggen en de knieën optrekken naar de neus, zodat de rug bol is. Ongeveer tussen de vierde en vijfde lendenwervel brengt de arts een naald in om hersenvocht af te nemen. Een mens heeft ongeveer 120 ml hersenvocht, dat snel ververst wordt. Het is dus niet erg om hier 5 tot 10 ml van af te nemen. De pijn van de prik valt meestal mee. Alleen als het moeilijk is om in de ruimte te komen waar het hersenvocht zich bevindt kan het pijnlijk zijn. Na afloop is het mogelijk dat je last hebt van hoofdpijn. Mocht dit na een dag niet over zijn neem dan contact op met de poli. Een blood patch kan ervoor zorgen dat een eventueel lek wordt gedicht.
Visual Evoked Potential (VEP)
Bij dit onderzoek wordt de geleiding van de zenuwen tussen je ogen en de hersenschors doorgemeten. Het onderzoek is niet belastend, wel vermoeiend. Eerst worden een aantal elektroden op je hoofd geplakt en daarna moet je naar een scherm kijken waarop blokfiguren verschijnen die verspringen. Er wordt gemeten hoe snel de registratie van de beelden in de hersenschors plaats vindt. Bij het stellen van de diagnose MS wordt het VEP-onderzoek vaak gebruikt om aan te tonen dat er vertraging is in de (signaal)geleiding van de oogzenuw, zonder dat iemand klachten heeft. Als ook bij dit onderzoek afwijkingen worden gevonden, wordt hiermee aangetoond dat er op meerdere plekken in het centrale zenuwstelsel iets aan de hand is.
Somato Sensory Evoked Potential (SSEP)
Dit is een onderzoek om signalen van de gevoelszenuwen in de handen en voeten naar de hersenen te meten. Dit onderzoek is minder prettig, omdat je een hele serie elektrische schokjes krijgt op de polsen en op de enkels. Via elektroden op je rug en op je hoofd wordt gemeten hoe de prikkels worden voortgeleid naar de hersenen.
Het SSEP-onderzoek is van belang om aan te tonen wáár een eventuele vertraging in de geleiding zit. Bij MS treedt deze vertraging op in het ruggenmerg of in de hersenen, bij andere aandoeningen kan het ook in zenuwbanen in de armen of in de benen zitten. Het is belangrijk dat onderscheid te kunnen vaststellen.