Dennis (33) woont in Ter Apel. Hij heeft sinds 3 jaar de diagnose MS. Zijn motto ‘rekening houden met het ergste, hopen op het beste’ zorgt ervoor dat hij een manier heeft gevonden om om te gaan met zijn MS. Maar dat hij moest stoppen met kickboksen, is toch nog altijd een gemis.
Wakker worden met dubbel zicht
Het begon toen ik in juni wakker met dubbel zicht. Nog niet bewust van de ernst, maakte ik een afspraak bij de opticien. Na twee bezoeken werd ik doorgestuurd naar een oogkliniek. Op dat moment maakte ik mij nog niet druk, al had ik ergens toen wel moeten beseffen: hier klopt iets niet. De alarmbellen gingen bij mij pas echt af toen ik bij de oogkliniek binnen een uur door drie verschillende dokters werd bekeken. En de derde dokter aangaf dat het niet goed was en het niet klopte…
Er is een kans dat het MS is…
Met spoed ben ik toen doorgestuurd naar de neuroloog. Daar deden ze een paar lichamelijke testjes en keken ze opnieuw naar mijn ogen. Al zag ik inmiddels niet meer dubbel. Er werd ook een MRI gemaakt en daar kreeg ik voor het eerst het woordje ‘MS’ te horen. Het was op dat moment nog niet 100% zeker, maar ze zeiden al wel: ‘houd er maar rekening mee’.
Daarna hebben ze nog een lumbaalpunctie uitgevoerd om mijn hersenvocht te onderzoeken. Tijdens het wachten herstelde ik niet goed van de ruggenprik en kwam ik opnieuw in het ziekenhuis te liggen. Gelukkig was het probleem op te lossen en mocht ik dezelfde dag weer naar huis. Uiteindelijk kreeg ik in september 2019 definitief de diagnose MS.
Leren omgaan met MS: een lastige periode
De eerste periode na de diagnose was lastig. In eerste instantie keek ik niet naar mezelf om en ging ik met mijn vriendin in gesprek. Ik wilde dat mijn vriendin bij me weg ging, want dit was niet waar ze voor het getekend toen we een relatie kregen. Na een discussie lieten we het maar lopen en uiteindelijk is ze gewoon gebleven. Ondertussen liep ik bij een psycholoog om alles te verwerken. Want van eigenlijk nooit ziek naar nooit meer beter worden, dat was nogal wat.
Stoppen met kickboksen, nog altijd een gemis
Na de diagnose moest een aantal dingen inleveren. Dat was niet makkelijk. Sinds een jaar deed ik namelijk aan kickboksen. Maar met de vermoeidheid en de intensiteit moest ik dat laten gaan. Tot op de dag van vandaag mis ik dat nog steeds. Ook het fluiten van voetbalwedstrijden voor de KNVB bij het 1e elftal van de senioren ging niet meer; weer was die extreme vermoeidheid teveel. Inmiddels fluit ik junioren en daar geniet ik met volle teugen van.
Mijn werkgever kijkt verder dan de MS
Ik werk vier dagen in de week als planner/werkvoorbereider bij ABV Haukes. Een bedrijf dat mij in maart 2021 op detachering in dienst nam. Na mijn diagnose volgde ik een reïntegratietraject (traject spoor 2) en een paar maanden later heeft mijn werkgever hebben me voor onbepaalde tijd in dienst genomen. Iets wat ik super fijn vind: een bedrijf dat verder kijkt dan de ziekte. Het is een plek waar ik me helemaal thuis voel en zoveel rust heb gevonden dat ik mij normaal voel. Die, ongeacht afkeuring of no risk polis, zeggen: ‘We zijn blij met je en we nemen je direct vast in dienst.’ Dit terwijl ze me ook nog een jaarcontract hadden kunnen geven.
Ze denken overal in mee en niks is teveel om mij te helpen. Zo is bijvoorbeeld de woensdag mijn rustdag. Die dag heb ik ook echt nodig om mezelf op te laden van de drukte en ben ik vaak heel moe. Die dag lijkt zonder dat ik iets doe zo om te zijn. Ook heb ik dan vaak hoofdpijn en ben ik afwezig. Maar doordat ik dit moment in de week heb om bij te komen, kan ik mijn werk volhouden.
Steeds meer acceptatie: hopen op het beste
Op dagen dat ik vrij ben, slaap ik vrij veel. Zeker wel 2 uur door de dag heen. Als ik heb gewerkt zak ik na het avondeten even weg. En inmiddels laat ik dit ook toe. De acceptatie is er en mijn leven gaat naar behoren door. Al kijk ik wel naar de toekomst en houd ik rekening met wat er komen kan. Zo zijn we aan het verbouwen, we doen de slaapkamer naar beneden en alles maken we rolstoelvriendelijk. Ik leef onder het motto ‘houd rekening met ergste en hopen op het beste’ en dat werkt goed voor mij.